Door toedoen van de klimaatsverandering zou het in ons land regelmatig “oude wijven regenen”. Vroeger was dat ook het geval, maar de laatste jaren is het aantal oude wijven drastisch toegenomen. Dat heeft naar het schijnt en ook voornamelijk te maken met de vergrijzing. Ik sprak onlangs de woordvoerder van woordvoerders, degene die de belangen van woordvoerders behartigt. Via hem kon ik de gegevens bekomen van de woordvoerder van het lokale bejaardenhuis. Ik vroeg deze man naar de recente tendensen inzake de toegenomen neerslag. Hieronder leest u zijn reactie.
“Over het feit dat het regelmatig oude wijven regent zijn de meningen verdeeld. Over het feit dat dit een feit is ook. Maar voornamelijk zijn de meningen verdeeld over de term “oude wijven”. In feite vind ik het een bekrompen stereotypering en grove belediging. De ouderen in onze samenleving verdienen eerbied en respect. Daarom wil ik om te beginnen mijn respect betuigen aan de ouderen in onze maatschappij, en ook meteen iets rechtzetten: dat ik normaal gezien nooit de term “oude wijven” zou hanteren, ware het niet dat ik het spuugzat ben, dat ze zoveel regen veroorzaken.”
Heeft u enig idee wat de oorzaak kan zijn van de toegenomen neerslag?
“Oude wijven dus. Het is al langer geweten dat bewoners van ons bejaardenhuis neerslachtig kunnen zijn. Misschien komt het door deze neerslachtigheid dat ze ook echt neerslag veroorzaken. Ik kan dat niet bewijzen, maar het is wel frappant dat beide woorden sterk op elkaar lijken. Alleszins zijn er de laatste tijd inderdaad enorme hoeveelheden neerslag gevallen. Men spreekt zelfs van recordaantallen per kubieke meter.”
U bedoelt per vierkante meter?
“Nee, ik bedoel wel degelijk per kubieke meter, omdat oude wijven na aankomst op de grond niet alleen lengte en breedte in beslag nemen, maar ook hoogte. Al is die hoogte niet altijd correct in te schatten.”
Hoe komt het dat uw instantie de hoogte niet correct kan inschatten?
“Omdat wij geen KMI of Buienradar zijn, maar slechts een simpel bejaardenhuis.”
Is dat de enige reden?
“Eigenlijk niet. We ondervinden ook moeilijkheden omdat na aankomst sommige dames dieper in de grond vallen dan anderen. Wellicht komt het door toedoen van de verschillen in gewicht. Alleszins is de exacte hoogte inschatten van hun uitstekende lichaamsdelen ten opzichte van de aarde niet altijd evident. Om nog maar te zwijgen van de exemplaren die op andere manieren ten val zijn gekomen, zoals bijvoorbeeld in meerdere stukken. Of degenen die door de val in elkaar plooiden. Dat maakt het nog ingewikkelder.“
Dat klinkt gruwelijk. Nu snap ik dat zoveel mensen klagen over het slechte weer in ons land.
“Als u dat maar weet. Dat klagen hebben we trouwens nodig omdat we anders niet weten wat zeggen, aan bushaltes bijvoorbeeld. Dat bewijst alvast de sociale functie en het belang die ouderen hebben in onze samenleving – zeker degenen die uit de lucht komen vallen, omdat ze hiermee schade toebrengen aan het bushokje en dit een nieuw onderwerp schept om over te klagen.”
Dat is waar. Maar terug on topic: u heeft dus geen enkele manier om te berekenen hoeveel kubieke meter oude wijven er exact vallen in ons land?
“Exact niet, maar we hebben wel een gemiddelde. Hiervoor gebruiken we een meridiaan.”
U bedoelt een mediaan?
“Nee, ik bedoel wel degelijk een meridiaan, namelijk die van Greenwich. Deze denkbeeldige lijn loopt over gans de aarde en is daarom interessant om te gebruiken. We trekken deze meridiaan over het te meten oppervlak, op één meter hoogte. Diegenen wiens uitstekende delen hoger uitkomen dan de meridiaan – dus hoger dan 1 meter – vallen boven het gemiddelde, en diegenen die onder de lijn uitkomen vallen onder het gemiddelde. Zo hebben we twee korven, namelijk de bovengemiddelde korf, en de ondergemiddelde korf. Dan nemen we het gemiddelde van de metingen in de bovengemiddelde korf en het gemiddelde van de metingen in de ondergemiddelde korf. Tot slot nemen we van deze getallen ook het gemiddelde, om tot de conclusie te komen dat we eigenlijk alles in één korf hadden kunnen steken en daarmee hetzelfde gemiddelde hadden kunnen berekenen. Maar vooral komen we op deze manier tot een gemiddelde hoogte, hoe ver de oude wijven uitsteken uit de grond, en uiteindelijk dus het aantal kubieke meter die ze hiermee in beslag nemen.”
Gebruiken instanties zoals het KMI of Buienradar ook deze uiterst omslachtige methode?
“Nee, maar die hebben echte wiskundigen in hun team. Wij hebben enkel François. Dat is een autist die denkt dat hij wiskundige is, maar eigenlijk vooral onzin uitkraamt. We twijfelen zelfs of hij wel autistisch is. Zoals ik al zei: we zijn maar een simpel bejaardenhuis. We moeten roeien met de riemen die we hebben. In concreto: roeien met de denkbeeldige lijnen die we hebben. In feite dus eerder in abstracto. Alleszins: niet simpel.”
U zegt de meridiaan te gebruiken op 1 meter hoogte. Maar is de Meridiaan van Greenwich niet de nulmeridiaan?
“Verdorie. U heeft gelijk. We mogen helemaal niet werken op 1 meter hoogte, maar moeten beginnen vanaf nul. Ik vrees dat mijn zonet vernoemde uitspraken, ook diegenen die ik niet heb uitgesproken, niet meer van toepassing zijn. Sorry, maar ik moet dit interview beëindigen. Ik moet dringend een andere meridiaan gaan zoeken, en bij de mandenvlechter nieuwe korven.”
Het is u vergeven. Bedankt voor dit gesprek.