Vooroordelen en cactussen eten

Waarom SerieusColumnsLeave a Comment

Vooroordelen en cactussen eten

Recent woon ik terug in mijn geboortestreek, in het meest criminele dorp van Vlaanderen. Ten minste: als u de statistiek mag geloven, of de veroordelende blikken die gangbaar zijn in zulke dorpen en die kortzichtige dames van achter hun gordijnen schenken aan willekeurige voorbijgangers.

De cijfermatige criminaliteitsgraad van ons dorp heeft vooral te maken met de vele boerenzonen, die lucratieve handels opzetten via onze Noorderburen, en die jarenlang een belangrijke draaischijf bleken, voor de toestroom van narcotica in ons land. De uitgestrekte velden en afgelegen landweggetjes bewezen er hun dienst als sluiproute, de grote loodsen en aftandse hangars op het boerenerf als logistiek verdeelcentrum. Behalve de uitmuntendheid in handelswetenschappen, behaalden de boerenzonen diverse onderscheidingen in de scheikunde, waardoor ze via badkuipen en zelf gefabriceerde drugslabs cum laude konden afstuderen in de narcoticanijverheid, met naar het schijnt excellent gerief, die de hoge concentratie aan werkzame bestanddelen garandeert, met een ideale balans tussen de verschillende chemische componenten, en met een afzetmarkt van feestvierders en lucratieve gebruikers verspreid over gans Europa.

Gisteren kreeg ik hoog bezoek. Een ex-gedetineerde drugstrafieker die onlangs de enkelband mocht vrijgeven, en die zich in het verleden regelmatig bezighield met de voornaamste nijverheid van ons dorp, kwam een karwei verrichten in mijn tuin. Eerst was ik sceptisch, omdat ik in het verleden al genoeg problemen had gekend met enkelbanddragers, en met het soort crapuul dat destijds geassocieerd werd met badkuipexperimenten, en met logistieke expansie. Stel u voor dat hij me wilde overvallen, of me neersteken, met drugslabo-attributen bijvoorbeeld. Toch had ik toegezegd. En gelukkig maar, want zijn bezoek bleek een succes.

De jongeman bleek niet alleen een harde werker, vooral was hij de ideale gesprekspartner. We hadden een oprechte conversatie, met een klik zoals u die maar zelden tegenkomt. De jongeman sprak openlijk over zijn bewogen leven, en ik mocht hetzelfde doen. Hij sprak over zijn opvoeding, over de turbulente periodes in zijn jeugd, en over de emoties die dat bij hem hadden teweeggebracht – waardoor hij zich genoodzaakt had gevoeld om te vluchten in de genotsmiddelen, die uiteindelijk zijn professionele carrière zouden bepalen. Hij was het afgelopen jaar blijkbaar ook dakloos geworden, en had een schuldenberg opgestapeld alsof het een verzameling postzegels was. We spraken over dankbaarheid, en hoe hij dankbaar was geweest dat hij na een jaar met koud water douchen opnieuw warm water mocht genieten. We spraken over hoe we allebei intens konden genieten van de natuur, hoe dat alles relativeert, en waarom dat een veel grotere rijkdom herbergt, dan het geld op onze bankrekening.

Plots zei hij: ‘Mag ik je eens iets anders vragen?’. Natuurlijk mocht hij dat.

‘Heb jij ooit cactussen gegeten?’

Blijkbaar was het een verhaal dat de ronde deed, bij de boerenzonen in het dorp, dat ik ooit psychoactieve cactussen had gegeten, en hiermee de oogbollen uit mijn oogkassen had getript. Cactussen waren onbekende materie voor de jongeman, omdat hij in zijn badkuip destijds chemicus was, geen botanicus.

Gelukkig was de jongeman nieuwsgierig ingesteld – de narcotica hadden hem wellicht een open geest gegeven. Dus ik repliceerde:

‘Ik wil dit vooroordeel dringend uit de wereld helpen, want cactussen heb ik nooit geconsumeerd. Het klopt dat ik hier in het dorp verschillende cactuskwekers en sjamanen heb gekend, en manufacturen die het werkzame bestanddeel als afgeleide derivaat fabriceerden en op de markt brachten via smartshops en illegale circuits, en dat ikzelf ook sporadisch de oogbollen uit de kassen heb getript. Maar het is schandalig dat iemand durft te beweren dat ik ooit cactussen heb gegeten. In mijn goede jaren in het dorp waren het paddo’s en vliegenzwammen waar ik me tegoed aan deed. Bij wijlen vrat ik ook doornappel, en zabberde sporadisch aan de Bufo alvarius, beter gekend als de coloradopad, wiens gif door kosmonauten in die tijd werd bestempeld als “The God Molecule”. Maar cactussen heb ik nooit gevreten, laat dat alstublieft duidelijk zijn.’

Het euvel had me een belangrijk inzicht gegeven, over hoe wij mensen snel een oordeel vellen, over badkuiprituelen bijvoorbeeld, of over de voormalige dragers van een enkelband. Het leerde me ook dat criminele dorpen u niet hoeven te beperken tot het verafschuwen van zulke locaties – omdat ze bijvoorbeeld ook mooie natuur herbergen, of afgelegen landweggetjes – en dat een diploma in de scheikunde dat u vroeger behaalde niets zegt over uw huidige activiteiten. Maar het leerde me vooral dat vliegenzwammen nooit verward mogen worden met cactussen.

Zulke desinformatie wil ik via deze weg graag uit de wereld helpen.

Alvast bedankt voor uw begrip.

Uw nar in zinsbegoocheling,
Waarom Serieus

Anderen bekeken ook:

Reageer op dit bericht:

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *